Weidevogels

Welke weidevogels zijn er te vinden in de Elsbroekerpolder hieronder een stukje uit het sovon weidevogelinventarisatie verslag 2011:

Hieronder wordt per soort kort ingegaan op de verspreiding van de territoria en op eventuele bijzonderheden. De tussen haakjes achter de soortnaam vermelde aantallen verwijzen naar het aantal territoria dat in 2009, 2010 en 2011 werd vastgesteld.

  • Knobbelzwaan (2009: 0, 2010:1, 2011: 1)
    Net als in 2009 werd een territorium van Knobbelzwaan vastgesteld. Deze soort komt wijd verspreid over Nederland voor. Het is dan ook weinig verrassend dat een broedpaar zich in de Elsbroekerpolder vestigde. Knobbelzwanen zijn grote vogels en hun nesten zijn moeilijk over het hoofd te zien. Het paar in de Elsbroekerpolder slaagde er in om jongen groot te brengen.
Zwanen in de Elsbroekerwei

Figuur 3. Knobbelzwanen in de Elsbroekerpolder, 25 mei 2011 (Roy Slaterus)

 

  • Brandgans (2009: 1, 2010: 1, 2011: 2)
    Het aantal territoria van Brandgans verdubbelde; in 2011 werden er twee vastgesteld. Deze soort is als broedvogel een nieuwkomer in Nederland. De kerngebieden liggen in het Deltagebied. De aantallen nemen gestaag toe en steeds vaker worden (broedverdachte) paren elders aangetroffen. De broedgevallen in de Elsbroekerpolder zijn hier een voorbeeld van. Overigens leken ook de aantallen van Grauwe Gans en Grote Canadese Gans in de Elsbroekerpolder in 2011 te zijn toegenomen. Deze soorten zijn echter niet systematisch geteld.

 

  • Kuifeend (2009: 5, 2010: 5, 2011: 4)
    De bredere sloten in het onderzoeksgebied waren in trek bij Kuifeenden, maar ook de nabij gelegen Ringvaart werd veelvuldig bezocht. In totaal vier territoria werden vastgesteld. Nesten van deze soort zijn erg moeilijk op te sporen. Deze kunnen zich langs smalle sloten bevinden of zelfs midden op graslandpercelen.

 

  • Slobeend (2009: 3, 2010: 3, 2011: 2)
    Met twee territoria was Slobeend iets minder goed vertegenwoordigd dan in de voorgaande twee jaren. Mogelijk heeft het extreem droge voorjaar van 2011 daarbij een rol gespeeld. Deze soort houdt immers van plas-drassituaties. De aantallen van deze kwetsbare Rode-lijstsoort zijn in veel weidegebieden in de afgelopen jaren afgenomen. De nesten zijn erg moeilijk op te sporen.

 

  • Krakeend (2009: 4, 2010: 3, 2011: 4)
    Vier territoria van Krakeend werden vastgesteld. Met name vrouwtjes kunnen worden verward met die van Wilde Eend, die ook in het onderzoeksgebied voorkomt. Krakeend is de laatste jaren bezig aan een opmars. In veel weidegebieden is het tegenwoordig een bekende verschijning.

 

  • Scholekster (2009: 13, 2010: 11, 2011: 11)
    In totaal 11 territoria werden vastgesteld, waarvan een groot deel zich bevond aan de randen van het onderzoeksgebied. De soort nestelt vaak op een drogere ondergrond en in een kortere vegetatie dan veel andere weidevogelsoorten. De nesten zijn daardoor vrij gemakkelijk te vinden. De populatie van de Scholekster staat landelijk zeer onder druk, met name in het binnenland (Ens et al. 2011). In de Elsbroekerpolder bleef het aantal gelijk ten opzichte van 2010, maar lag iets lager dan in 2009.

 

  • Kievit (2009: 29, 2010: 31, 2011: 30)
    De Kievit was de talrijkste broedvogel van het onderzoeksgebied. Met 30 territoria was de soort goed vertegenwoordigd, zonder duidelijke concentraties. Het aantal lijkt over de afgelopen drie jaar stabiel in de Elsbroekerpolder.

 

  • Grutto (2009: 25, 2010: 24, 2011: 22)
    Met 22 territoria was de Grutto goed vertegenwoordigd, wat voor deze gevoelige Rode-lijstsoort een mooi resultaat is. Wel lag het aantal iets lager dan in de voorgaande twee jaren. Mogelijk heeft het extreem droge voorjaar van 2011 daarbij een rol gespeeld. Deze soort zoekt immers naar voedsel door met zijn lange snavel in de bodem te prikken. Wanneer deze te droog is, dan levert dat problemen op. Met name in het centrale deel van het onderzoeksgebied werden territoria vastgesteld. De randen werden gemeden.

 

  • Tureluur (2009: 8, 2010: 10, 2011: 8)
    Verspreid over het onderzoeksgebied werden acht territoria vastgesteld, evenveel als in 2009. Voor deze gevoelige Rode-lijstsoort is dat geen onaardige score. De nesten zijn moeilijk op te sporen, maar alarmerende oudervogels trekken daarentegen veel aandacht.

 

  • Gele Kwikstaart (2009: 0, 2010: 0, 2011: 1)
    In 2011 werd een territorium vastgesteld van Gele Kwikstaart – een soort die in beide voorgaande jaren ontbrak. Deze soort broedt met meerdere paren in het omliggende akkerland. Het is onbekend of het territorium in de Elsbroekerpolder heeft geleid tot een succesvol broedgeval.

 

  • Niet-broedvogels
    Drie soorten, die niet als broedvogel in het onderzoeksgebied zijn vastgesteld, zijn het vermelden waard, namelijk Veldleeuwerik, Boerenzwaluw en Zwarte Roodstaart. Territoria van eerstgenoemde werden vastgesteld in het akkergebied net buiten de gebiedsgrenzen. Boerenzwaluwen waren met meerdere broedparen aanwezig in de schuren op het erf van de familie Zeestraten, evenals net buiten de gebiedsgrenzen. Ook werd een territorium van Zwarte Roodstaart op het erf vastgesteld. Voor de twee eerstgenoemde soorten geldt dat hun aantallen gedurende de afgelopen decennia landelijk zijn afgenomen en dat ze mede daarom op de Rode Lijst zijn geplaatst. Boerenzwaluwen zijn foeragerend waargenomen in het onderzoeksgebied, en mogelijk vervult het gebied ook voor de andere twee soorten een belangrijke functie.

 

Hier zijn de weidevogels in de Elsbroekerpolder waargenomen in 2011